pmdejongh.reismee.nl

Vertrek

Nou lieve mensen, we dachten, of liever gezegd hoopten dat er nooit een einde aan deze fantastische reis zou komen, maar nu is het dan toch gebeurd! We zitten weer op Ngurah Rai Airport, maar dit keer voor vertrek naar NL ... snif. Maar we klagen niet hoor, want we hebben en fantastische reis gehad: zoveel dingen gezien en beleefd en zoveel leuke en lieve mensen ontmoet en natuurlijk hebben we enorm genoten van het weerzien met de Cornishes. We zijn ingecheckt en wel, onze bagage gaat al richting vliegtuig en over drie kwartier stappen wij ook in. Heel erg bedankt iedereen voor al het meeleven en de leuke berichtjes, dat maakt het schrijven van een blog extra leuk. En ook alvast heel erg veel dank aan mijn geweldige 2 buufjes, die maar liefst 6 weken lang op onze poezels hebben gepast. We hebben ontzettend veel zin om iedereen weer te zien en onze poezen eens lekker te kroelen. Veel liefs en groetjes en tot ziens in NL!

Pat & Peet

Laatste avondmaal in Bali

Al twee dagen geleden hebben we besloten op de laatste avond een echte Indonesische rijsttafel te nemen. Dit moet je een dag van tevoren bestellen, want dat moet speciaal voorbereid worden. Zo gegezegd, zo gedaan. Inmiddels hebben we na 9 dagen een leuke band opgebouwd met het hotel personeel en de een na de ander vraagt ons wanneer onze laatste dag is. Ze werken in verschillende diensten en dus nemen we vanaf woensdag al afscheid van mensen. We hebben ons hier zo welkom gevoeld en de mensen zijn zo super aardig en de service is werkelijk zo subliem, dit gaan we enorm missen. Al door drie verschillende mensen van de bediening was ons gemeld dat de rijsttafel in orde zou komen. Om 20.00 uur was het dan eindelijk zover.

We liepen zoals altijd richting restaurant en hadden gevraagd om een tafeltje pal aan zee. Door de ober werden we keurig naar onze tafel geleid. Daar hadden ze twee grote fakkels gezet om het geheel een extra romantisch tintje te geven, omdat het onze laatste avond was. Want dat nieuws had snel de ronde gedaan onder het personeel. We konden onze ogen niet geloven en waren helemaal ontroerd dat ze extra moeite voor ons hadden gedaan. Daarna werd de rijsttafel opgediend. Dat zag er prachtig uit. En van ieder gerecht (opgemaakt in een palmbladen mandje) werd uitgelegd wat het was. Tjonge wat was dag lekker zeg, we hebben genoten! Wat een afscheid van Bali en wat een heerlijk einde van onze huwelijksreis. Wat gaan we dit eiland en de mensen van het hotel missen.

Afbouw excursie: Ujung Waterpalace

Al zo lang zijn we op reis en we hebben zo veel gezien en beleefd ... Het is moeilijk te geloven dat vandaag echt de allerlaatste dag van onze fantastische huwelijksreis is aangebroken. Wat zullen we doen? Nog een rustdag nemen? Neeeeeeeee ... we kunnen nog geen afscheid nemen van deze geweldige reis en dit geweldige eiland. We willen nog 1x een excursie. De vorige avond tijdens het avondeten zijn we aan de praat geraakt met drie Vlaamse dames. Drie generaties: oma, moeder en dochter. Zij hadden de vorige dag twee waterpaleizen bezocht. Eentje kennen we: Tirza Gangga. Daar zijn we tijdens onze eerste excursie geweest. Maar Ujung Waterpalace, daar zijn we nog niet geweest en het blijkt maar 10 km van ons hotel te zijn. Dat lijkt een excursie om mee af te bouwen. Via de receptie van ons hotel proberen we onze vaste chauffeur te bellen, maar hij neem niet op. Tja, dan toch maar een andere. Al snel staat er een frisse jongeman met een spierwit Toyotaatje voor het hotel (ze rijden hier allemaal in gloednieuw Toyotaatjes met fantastische airco, errug prettig!). Eerst willen we nog naar Candidasa, waar Peet twee dagen geleden een ring gekocht heeft. Dit was een langgekoesterde wens van hem: om een echte Indonesische ring te kopen. Hij is tenslotte een Indo. De ring heeft hij gevonden, maar hij wilde er graag een echte Balinese steen in en hij moest iets ruimer gemaakt worden. Gogo’s silver, waar we de ring gekocht hebben, ligt gelukkig op de route dus een snelle stop is zo gemaakt. Blijkt dat “the boss” er niet is en pas om 14.00 uur terug is. Nou goed, dan doen we eerst onze excursie en pikken we de ring op de terugweg op. 

Ujung Waterpalace is niet ver weg en binnen no time staan we weer voor een immens en indrukwekkende watertuin. Die koning van Karangasem (de naam van het voormalig regentschap, waar ook Candidasa onder valt), wist wel hoe hij moest relaxen. We hebben de mazzel dat het super rustig is en dat we alle tijd hebben om door de prachtige tuinen struinen en naar hartelust te fotograferen. We zijn een half uurtje onderweg als Peet plotseling enorme kramp krijgt. Met grote spoed moeten we naar een WC, waar Peet zijn Tom Dumoulin momentje heeft. De hele reis hebben we eigenlijk nergens last van gehad, maar nu is het toch raak. We beklimmen een trapje en zoeken verkoeling in een paviljoentje waar vanuit je prachtig overzicht hebt over het hele complex. Daar kon Peet even op adem komen. Op een gegeven moment gaat het weer, maar we besluiten er geen lange trip van te maken. We maken nog een kort rondje en schieten nog een paar mooie plaatjes en gaan dan weer richting onze chauffeur. 

Op de terugweg hebben we een mooi uitkijkpunt gezien, waar we graag nog even willen stoppen voor een photo opportunity. Met gevaar voor eigen leven, weet de chauffeur de auto ergens langs de kant van de weg te parkeren. We springen snel uit de auto. De chauffeur rijdt door om de auto op een veiliger plaats neer te zetten en wij spoedden ons naar de outlook. Daar staat een kleine Warong en zitten allemaal Indo’s te eten en te drinken. Ineens voelen we ons enorme toeristen en indringers. Hoe pakken we dit aan? “Wat als we nou gewoon een colaatje kopen”, stel ik voor. “Dat is ook nog goed voor je diarree”. Zo gezegd zo gedaan. Nog even beleefd geĂŻnformeerd of we een foto konden nemen en dat was toen geen enkel probleem meer. Helaas viel de plek bij nader inzien erg tegen, want er hing een enorme electriciteitskabel door ons mooie plaatje ... Tja, dat zag je dus niet vanaf de weg. Met enige creativiteit hebben we toch nog een leuk plaatjes kunnen schieten. En toen zijn we als een haas weer naar onze chauffeur gegaan. 

Op de terugweg zijn we opnieuw gestopt bij Gogo’s silver. Maar nu was er helemaal niemand. Wat nu?! Gelukkig sprong onze chauffeur bij en is achterom naar het huis gelopen en heeft daar een jonge vent vandaan geplukt, die uitlegde dat de baas naar een ceremonie was. Ja, we hadden al begrepen dat er veel ceremonies plaatsvinden op Bali, bijna iedere dag is er wel een. De jongeman heeft de baas gebeld en hij kwam eraan. En inderdaad, zo’n 20 minuten later verscheen de baas in prachtig witte ceremonie kledij op zijn scootertje voor de winkel. Hij haalde de ring uit zijn borstzak en deed hem Peet om. De ring voelt nog wat strak, maar volgens de baas kwam dat door de warmte. In Nederland zou de ring goed passen. We waren blij en opgelucht dat alles goed was gekomen en dat we Peet z’n ring in ons bezit hadden. Nu nog 1 stop: naar de apotheek voor een diarree stoppertje. Gelukkig ligt de apotheek vlakbij ons resort. Dus hebben we chauffeur ons daar af laten zetten, hem bedankt voor de goede excursie en alle hulp en hem een goeie fooi gegeven. het laatste stukje zijn we teruggelopen. Eenmaal terug in ons resort, zijn we snel in onze zwemkleding gesprongen en hebben weer een heerlijke duik in het zwembad (met uitzicht op zee!) genomen. Wat een Goddelijk leven is het hier toch. Moeten we hier echt morgen afscheid van nemen?

Camera incident

Na de snorkel excursie zijn we even lekker het zoute water van ons lijf wezen spoelen in het zwembad van ons resort. Daarbij hadden we onze camera’s meegenomen om de foto’s van die dag lekker te kunnen bekijken op de ligstoel. Natuurlijk hebben we weer een lekker drankje genomen. Dit hoef je niet direct af te rekenen en kun je op je kamernummer op de rekening bij laten schrijven. Ideaal gewoon. Alleen moet je wel steeds even tekenen voor hetgeen je geconsumeerd hebt. Dit hadden we in haast gedaan, omdat het dreigde te gaan regenen en we vlug naar ons hutje wilden. Snel hadden we alle spullen bij elkaar gegrepen en zijn we naar binnen gegaan. Ik had lekker gedoucht en was aan ons reisblog aan het werken toen Peet ineens constateerde dat zijn camera niet in het huisje was. Vervolgens ontstond er verwarring. Peet riep “jij had toch alle spullen verzameld”, “ja”, reageerde ik, “alle kleine spulletjes, maar ik ging ervan uit dat jij je eigen camera mee zou nemen, zoals je altijd doet”. We concludeerden dat hij nog bij het zwembad moest liggen bij de ligstoel. Snel spoedde Peet zich naar het zwembad om zijn camera daar op te halen, maar toen hij even later terugkwam had hij geen camera bij zich. Nu kreeg ik het benauwd. “Heb je niets gevonden”, vroeg ik. “Nee”, antwoordde Peet “en de mensen die de kussens bij het zwembad hebben opgeruimd hebben ook niets gezien”. We werden nu toch een beetje ongerust en keken nog een keer rond in ons hutje. Nee hoor, geen camera. “Dan moet ‘ie dus toch bij het zwembad zijn”, zei ik. “Laten we nog een keer gaan kijken”. En dus gingen we met z’n tweeĂ«n naar het zwembad. Daar troffen we de vrolijke AustraliĂ«rs die van hun laatste avondmaal aan het genieten waren. Een van de vrouwen sprak me meteen aan. “Are you looking for a camera? I think somebody took it inside”. Aha, dat was het dus, iemand had ‘m mee naar binnengekomen, maar had niet tegen de andere obers gezegd waar hij/zij de camera had neergelegd. Vol vertrouwen stapte ik naar een van de vriendelijke obers en legde uit dat iemand van het personeel de camera van Peet waarschijnlijk mee naar binnen had genomen. Er werd druk overlegd en via de walkietalkie werd zelfs de zwembadmedewerker die de kussens had opgeruimd opgetrommeld. Een hele aardige vent die ons bezwoor dat hij niets had gezien. Het hele bedienend personeel had het er nu over en ook diverse zwembad medewerkers leefden enorm mee, maar niemand had iets gezien. Zelfs de AustraliĂ«rs kwamen zich ermee bemoeien en zeiden dat ze zich niet voor konden stellen dat iemand van het personeel een greep naar de camera had gedaan. Wij eigenlijk ook niet, maar de situatie werd nu toch wel penibel. Een beetje ontgoocheld gingen we weer terug naar onze hut. Toch nog maar een keer goed kijken dan. En toen ik naar binnen liep, zag ik hem ineens hangen. Daar, over de stoel onder een paar blouses. “Maar daar hang ik hem nooit”, stamelde Peet. “Ja, maar kennelijk nu wel schatje” reageerde ik. “Ga jij even snel iedereen vertellen dat we je camera gevonden hebben lieffie”. Peet is vervolgens op een drafje naar het restaurant gegaan en heeft het blijde nieuws gemeld dat de camera terecht was. De AustraliĂ«rs waren helemaal opgelucht. “Good on you mate”, riep een van de mannen terwijl hij Peet een ferme klap op de schouder gaf. Maar ook het personeel was super opgelucht. Hoe je op een avond een beetje leven in de brouwerij kan brengen ...

De Gili eilanden

Als je op Bali bent, dan moet er natuurlijk ook gesnorkeld worden. Van het hotel personeel hadden we vernomen dat je dit goed kan doen bij de Gili eilanden. Dus hebben we snorkel excursie geboekt naar de Gili eilanden. Er wordt dan een plek op de fast boat voor je gereserveerd en je wordt opgehaald door een gratis shuttlebus. Op het eiland regel je dan zelf het snorkelen en terug is er weer een plek op de boot met gratis shuttle vervoer naar het hotel.

Door de shuttlebus werden we naar de haven van Padangbai gereden. Daar komt je aan in een haven waar het krioelt van de mensen. Er zijn minstens 6 snelvaartdiensten, 2 gewone ferry boten en nog talloze privé bootjes die je tegen een onfatsoenlijk hoge prijs privé naar de eilanden vaart. Overal lopen mannetjes in fel gekleurde shirtjes (iedere maatschappij heeft zijn eigen kleur) te zoeken en te roepen naar de passagiers die mee moeten met hun boot. Onze boot van maatschappij Ekajaya is groot en er gaan behoorlijk wat mensen op. Ook worden er allerlei koffers aan boord gehesen en de PA van de plaatselijke DJ gaat ook mee. Want we gaan naar Gili Trawangan, de grootste van de 3 Gili eilanden en het party eiland waar de backpackers elkaar treffen. Ik zie inderdaad heel wat jonge bruin gebronsde en minimaal geklede strakke lijfjes aan boord gaan en voel me ineens erg oud en middelbaar ...

Onze fast boat is zo snel dat je niet bovenop het dak mag zitten en iedereen zit binnen. Dat is op zich heel prettig, want buiten is het weer stralend weer, maar ook moordend heet onder de tropenzon. Op het dak zou je levend verbranden. Binnen staat de airco aan. En die doet zijn werk zo goed dat Peet en ik met ijspegeltjes aan onze neus de boot weer afkwamen. Het aanmeren gaat no nonsens. Je ramt met de boot gewoon het strand op en dan wordt er een laddertje tegen het schip aan gezet waarover je naar beneden wiebelt. Ondertussen rennen een paar jongens van de maatschappij tot hun middel het water in om de koffers aan te pakken die over onze hoofden van de boot afgeladen worden.

Het is trouwens wel even schrikken als je aankomt op zo’n party eiland. De backpackers stromen in grote getale de boot af begeleid door van die fijne rampestamp muziek om alvast in de stemming te komen. We banen ons een weg door de massa en komen uit op de boulevard. Wat nog even een tegenvaller was, was dat ons in het hotel verteld was dat de laatste boot om 16.30 uur terug zou gaan, maar dit klopt niet. De boot gaat al om 15.00 uur. Omdat we een half uur te laat vertrokken zijn uit Padangbai zijn we pas om 11.00 uur op Gili Trawangan en hebben we dus maar weinig tijd om te snorkelen. We proberen ons te oriĂ«nteren en zoeken naar een duik/snorkel school. Op internet had ik een paar gevonden die goed aangeschreven stonden. Maar voordat we ook maar Ă©Ă©n stap hebben kunnen zetten, worden we al aangeklampt door een vriendelijk ogende IndonesiĂ«r. “You want snorkling sir?” “I have small boat and can make good price”. Op de kaart met foto’s die hij bij zich had liet hij zien wat we in het water allemaal tegen zouden komen. De man ziet er sympathiek uit en we besluiten met hem in zee te gaan. Peet is ondertussen heel handig in het onderhandelen geworden en weet er een goeie prijs uit te slepen. Onmiddellijk worden we meegesleept naar zijn boot en voor we het weten zitten we op een klein vissersbootje met twee alleraardigste jonge gidsen uit Lombok (dat ligt vlakbij de Gili eilanden en daar komen de meeste mensen die op de Gili eilanden werken vandaan) en zijn we op weg naar Gili Air (de kleinste en rustigste van de 3 Gili eilanden). We varen naar een plek waar veel schildpadden zitten. En waarachtig, nog voordat we stil liggen roept onze gids “let op, daar komt een schildpad naar boven”. En hups, hij is al over boord gesprongen. Gelukkig hadden Peet en ik van tevoren al onze zwemkleding aan, want gelegenheid tot omkleden is er niet echt op zo’n eiland (of je moet ergens overnachten natuurlijk). En onze gids had ons net onze snorkels omgebonden en flippers aangetrokken, dus hups sprongen we maar meteen achteraan. Op jacht naar de schildpad!

Voor mij is het mijn eerste echte snorkel ervaring. Even raak ik in paniek, want er komt water in mijn luchtpijp, maar snel legt Peet me uit ik ik het water er weer uit kan spugen en nu heb ik het door. Snel naar de schildpad. Ja hoor, daar zwemt ‘ie. En hoe lomp zo’n beest zich op het land voortbeweegt, zo sierlijk is ‘ie in het water. Wat een prachtig gezicht. En wat een ongelofelijk helder water. Wat ziet alles er dan indrukwekkend uit. Dan gebaart onze gids dat we verder gaan. Oef, dit is even oefenen hoor. Ik ben niet gewend om met flippers aan te zwemmen en zit in het begin ongelofelijk te hannesen. Onze gids glijdt sierlijk door het water alsof hij een turtle is, maar voor Peet en mij is het stevig aantrappen. Maar het duurt niet lang voordat we een tweede schildpad zien en nog een derde en ergens in de diepte ligt er nog eentje te slapen tussen twee stenen gebaart onze gids. Dan klauteren we weer in de boot, wat best een uitdaging is met de deining van de zee. We varen verder naar onze volgende duikplek tussen Gili Meno (het tweede en middelgrote eiland van de 3) en Gili Trawangan. Eerst gaan we naar een “statue”. Dat is een grote afknapper en wat ons betreft pure oplichterij. Ze hebben gewoon een aantal betonnen beelden af laten zinken naar de zeebodem en dat is dan een attractie??! En daar liggen dan tientallen toeristen te snorkelen ??! Gelukkig heeft onze gids al snel in de gaten dat dit ons niet boeit en gebaart hij dat we verder moeten zwemmen. Al gauw komen we op prachtige plekken waar nog veel koraal is en prachtig gekleurde anemonen. Omdat Peet en ik niet over onderwater camera’s beschikken zijn de plaatje gejat van internet. En de eerlijkheid gebied te zeggen dat wij het koraal niet zo kleurrijk zagen als op een van de plaatjes, maar dat komt omdat ‘ie genomen is door een duiker met een felle lamp (verklaart Peet). Maar de zeester was wùl echt zo blauw als op de foto en de schildpad zag er ook precies zo uit! Toen zat onze trip er alweer op en moesten we terug naar het strand van Gili Trawangan. De jongens hebben ontzettend hun best gedaan en dus hebben we ze een flinke fooi gegeven. Daar waren ze uiteraard erg blij mee.

We waren ruim op tijd bij het kantoortje van Ekajaya, want hoewel het snorkelen helemaal te gek was, van de rest van het party eiland hebben we snel genoeg. We hebben nog een aardig tijdje moeten wachten, want de boot was een uur te laat, maar gelukkig ging het inladen supersnel en waren we snel op weg. Weer terug in Pandangbai kwamen we opnieuw in Ă©Ă©n grote heksenketel terecht. De taxi chauffeurs stonden te dringen op de kade om toeristen op te pikken en naar hun hotel te brengen en hun methoden waren soms behoorlijk agressief. Een jonge jongen klampte zich aan Peet vast en riep dat hij een special price had, maar wij hadden een kaartje voor een gratis shuttlebus, dus we waren niet geĂŻnteresseerd. Toch bleef de jongen volhouden. “Shuttlebus? To Candidasa no shuttlebus, but I can make special price”. Hij begon met een prijs van 300.000 IDR. Tja daar trapten we natuurlijk niet in. Wij hadden immers een gratis shuttlebus. Hoe dichter we bij de parkeerplaats kwamen, hoe meer de prijs zakte, totaan 150.000 IDR. Peet bleef herhalen dat we een gratis shuttlebus hadden en niet geĂŻnteresseerd waren. Het was werkelijk ongelofelijk, die jongen bleef maar volhouden en liet zich niet wegsturen. Toen we eindelijk op het parkeerterrein kwamen werden we gered door een grote gezaghebbende man, die de jongen wegstuurde en ons naar de parkeerplaats van de shuttlebus leidde. Daar vroeg hij ons waar we naartoe moesten, waarop wij antwoordden “naar Nirwana Resort”. “Oh, Candidasa, no shuttlebus to Candidasa. It takes long time”. “Hoe lang dan”, vroegen wij. “Don’t know, maybe 10 minutes, maybe half hour”. “But if you want to leave now, I can take care of taxi for you for special price”. Zucht ... het was totaal hectisch daar, we waren moe en voelden ons vies en plakkerig van het zoute zeewater. Dus ... toen we een rit aangeboden kregen voor 100.000 IDR (€ 5,90) hebben het toch maar gedaan. Een gratis shuttlebus is dus uiteindelijk toch weer geen gratis shuttlebus ...

Toch hebben we een heerlijke dag gehad, zijn we nog even wezen zwemmen in het zwembad van het hotel om het zout er met lekker chloorwater vanaf te spoelen en hebben we later op de avond weer heerlijk gegeten. Opnieuw op ons vertrouwde buitenterras met het geruis van de zee op de achtergrond.


De gevorderden excursie: Ubud II

De vorige avond hebben we nog lekker in het donker in het zwembad gedobberd. Helemaal alleen met z’n tweetjes, super romantisch. Het viel ons op dat het bijna volle maan was. Ieder huis op Bali en dus ook ons hotel, heeft een offerplaats. En het was ons overdag al opgevallen dat er bij de offerplaats van het hotel een nieuw parasolletje geplaatst was. Daar hadden we verder geen acht op geslagen. Nu zagen we vanuit het zwembad een hotelmedewerker een ladder opklimmen (in het stikkedonker), een touw om zijn voeten binnen en hop, hop, hop, zo de palmboom inklimmen totdat hij bij de kokosnoten kwam. We vroegen ons af waarom iemand in Godsnaam in het stikkedonker in een palmboom klimt om daar wat kleine kokosnoten uit te hallen en wat palmbladeren. Waarschijnlijk bladeren die anders in het zwembad zouden vallen? Wij blijken duidelijk Bali beginners te zijn ...

Twee dagen ervoor waren we op boodschappen excursie naar Candidasa. Daar had ik een jurkje gekocht. Op bijna agressieve wijze werd ik door een zeer enthousiaste verkoopster het winkeltje ingetrokken en had ik bij wijze van spreken al een jurk gekocht. De jurk heb ik gevonden en Peet heeft zijn afding talent laten spreken. Zeven euri voor een strandjurkje is toch een mooie prijs! Maar daarna wilde de vrouw ons ook nog sarongs verkopen ... natuurlijk. Ze sprak 3 woorden Engels en riep steeds “in two days BIG ceremony, you need sarong”. En vervolgens knoopte ze Peet een sarong om terwijl ze steeds riep “little try, little try”. Ook ik had een sarong om voor ik het in de gaten had. Maar we wilden helemaal geen sarong kopen en dus wimpelden we haar zo beleefd mogelijk af.

Nu zitten we aan het ontbijt en gaan vandaag onze eerste echte dagexcursie doen naar Ubud. En terwijl we zitten te ontbijten zien we allemaal mensen van het hotel de offerplaats helemaal mooi aankleden en opdienen met schalen van palmbladeren met daarin allerlei offerdingetjes. Ook onze ober ziet er prachtig gekleed uit. Peet maakt hem een compliment en hij straalt. “Today is BIG ceremony”, leg hij uit. “Because today is full moon on Bali”. Nu valt alles op z’n plek. We zien in van bananenbladeren gevouwen mandjes de kleine kokosnootjes die ook geofferd worden. De palmbladen worden gebruikt als versiering. Daarom was de hotelmedewerker dus de vorige avond in het holst van de nacht in een palmboom geklommen. Ook hoorden we dat je aan het hotel kon vragen of je de ceremonie bij mocht wonen, maar dan moest je wel een sarong dragen. Hadden we nou maar naar de verkoopster geluisterd van twee dagen geleden ... Plots vroegen we ons ook af of onze chauffeur niet deel had willen nemen aan de volle maan ceremonie. Als we geweten hadden dat vandaag de viering van de volle maan geweest was, dan waren we een dag later op pad gegaan.


De chauffeur stond keurig op het afgesproken tijdstip op ons te wachten. Zijn auto was prachtig versierd en binnen in de auto op het dashboard stond ook een schaaltje met allerlei offerdingetjes. We vroegen of zijn familie ook naar de ceremonie ging. Hij zei dat alleen zijn vrouw naar de tempel ging, omdat hij moest werken. Maar ja, als er geen toeristen zouden zij, dan verdient hij geen geld, dus het was geen probleem. We stappen in de auto en in een ooghoek zie ik nog net dat de twee Britse stellen (die we iedere dag in het zwembad tegenkomen) gekleed in sarong (zowel de mannen als de vrouwen), opgehaald worden door het hotel personeel om deel te nemen aan de volle maan ceremonie van het hotel. Duidelijk géén beginners op Bali ...

We waren net zo’n 10 minuutjes op weg toen Peet zich plots realiseerde dat hij zijn camera vergeten was mee te nemen. Oef ... even diep ademhalen en dan toch maar heel beleefd aan de chauffeur vragen of hij nog even terug wilde naar ons hotel. Natuurlijk wilde hij terugrijden. “Camera is very important for making memory of Bali”. Peet verontschuldigt zich, maar de chauffeur is al gekeerd. Zo’n 15 minuten later rijden we het terrein van het resort weer op. De vriendelijke mensen van het hotel die ons zojuist uitgezwaaid hadden kijken verbaasd op. “This was a very short trip”, roept Peet ze lachend toe. Dan maakt hij een gebaar van “camera vergeten”. Het hotel personeel knikt begripvol. Ondertussen is de chauffeur in lachen uitgebarsten. “Your husband is funny man, not serious”. “I like, me not serious too”. En vanaf dat moment was het ijs gebroken!

We deden Ubud II, de lange excursie naar Ubud van 7-8 uur. Eerst zijn we naar de waterval van Tegenungan Village geweest. Een zeer indrukwekkende waterval, die van grote hoogte naar beneden stort. Met een trap kun je helemaal naar beneden. En diezelfde trap moet je weer helemaal omhoog in de brandende zon (en natuurlijk), op het heetst van de dag. Het zweet gutste ons van het lijf toen we weer boven waren. Gelukkig was daar een restaurantje met een schitterend uitzicht op de waterval. Daar heb ik mijn eerste klapper melk gedronken, met een rietje zo uit de klapper (kokosnoot). Heeeeeeeerlijk!!!

Ubud wordt op Bali gezien als het culturele centrum en er is ontzettend veel kunst. In onze excursie zaten “the proces of woodcarving”, “the proces of painting” en “the proces of making sliver”. Als eerste gingen we naar een winkel waar gedemonstreerd werd hoe het oude ambachtelijke houtsnijden in zijn werk ging. Erg indrukwekkend, vooral als je bedenkt wat een monnikenwerk het is. De houtsnijwerken worden doorgaans uit 1 stuk hout gemaakt. De houtsnijder moet beschikken over: het talent, een sterke hand en een goed geheugen. Sommige houtsnijwerken zijn zo groot dat het meer dan een jaar gekost heeft om ze te maken (zie foto). We zijn diep onder de indruk en hebben leuk contact met een jonge jongen die zelf houtsnijder is, ons alles demonstreert en ons in de winkel rondleidt. We kopen twee dingen. Een is een cicac en gemaakt door hem. Hij probeert ons er nog een paar te verkopen (“a whole family”, roept hij met een grijns), maar 1 vinden we genoeg.

Dan gaan we door naar “the proces of silvermaking”. Ook hier volgt een demonstratie van hoe het zilver uit en brok tot een platte strip gemangeld wordt, hoe ze er vervolgens draden en kleine bolletjes van maken, die dan tot sieraden verwerkt worden. De winkel blijkt zeer exclusief te zijn en niet goedkoop. We vinden er een super mooie armband voor Peet. Er wordt hard onderhandeld en uiteindelijk kunnen we hem voor een mooie prijs meenemen.

De chauffeur vraag ons of we nu “the proces of painting” willen zien, maar wij willen meteen door naar Mandala Such Wenara Wana (Sacred Monkey Forest Sanctuary). De apen zijn geweldig leuk, veel leuker dan we dachten. Maar het valt nog niet mee ze te fotograferen. Toch lukt het om een paar mooie plaatjes te maken. Vooral de babies zijn zo schattig, maar blijven zo weinig stil zitten.

Na het Monkey Forest hebben we enorme trek. Job, Suzanne en Jimi zijn een paar jaar geleden ook in Ubud geweest en hebben daar heerlijk eend gegeten in een bekend restaurant: Bebek Bengil (the dirty duck). We hebben het snel gevonden. Van de buitenkant zie het er niet echt aantrekkelijk uit, maar als je naar binnen gaat, blijkt het immens groot te zijn. Het bestaat uit allemaal paviljoentjes met achteraan uitzicht op een rijstveld. We hebben er heerlijk eend gegeten. Inmiddels blijkt het veel later te zijn dan we hadden gedacht en we overleggen met onze chauffeur wat we nog kunnen doen. Er is nog een grote markt die we kunnen bezichtigen, de Elephant Cave en de beroemde rijstvelden van Tegallalang. We kiezen voor de rijstvelden en krijgen daar geen spijt van. Weliswaar super toeristisch (net als Monkey Forest), maar wederom zeer de moeite waard. We vangen nog net de laatste zonnestralen voordat de zon achter de bergen verdwijnt om een paar mooie plaatjes te schieten.

Dan keren we huiswaarts. Het is weer 1,5 uur rijden terug naar Candidasa en onderweg wordt het alweer donker. Terug bij het hotel bedanken we onze chauffeur hartelijk voor de goeie excursie en geven hem iets extra’s, omdat hij de volle maan ceremonie heeft moeten missen. Daar is hij heel blij mee. Ik vraag hem bezorgd of hij nog een klein stukje kan deelnemen aan de ceremonie (die in principe de hele dag duurt) en hij knikt me geruststellend toe. “At home” zegt hij. Dan nemen we afscheid en vragen zijn kaartje, want we zullen hem weer bellen als we weer op pad gaan.

We zijn moe en bezweet als we weer in ons hutje arriveren. En wat is er dan lekkerder dan een moonlight swim ... bij volle maan!

Onze eerste excursie

Woensdag hebben we een dagje genomen om lekker te acclimatiseren en even bij te komen van de toch wel lange reis uit Nieuw Zeeland (uiteindelijk is het toch 10 uur vliegen en is er weer 6 uur tijdsverschil). Maar donderdag zijn we op pad gegaan met privé chauffeur om wat meer van het eiland te zien.

Onze chauffeur is een echte Balinees en komt uit Candidasa. Wat meteen op valt is zijn linker duimnagel, die minstens 20 cm lang is. Hij spreekt gebrekkig Engels, maar weet met steekwoorden zeer goed duidelijk te maken wat hij wil of wat hij van ons wil. We hebben een “beginners trip” afgesproken (volgens de gastheer van het hotel de eerste trip die reizigers doen als ze aankomen) die een halve dag duurt. Dat lijkt ons mooi om mee te starten. Er staat een afgesproken prijs voor, dus dat kan niet misgaan.

Onze eerste stop is Tenganan Ancient Village. Een dorpje dat niet al te ver van ons vandaan ligt, het binnenland in, waar de bewoners nog leven volgens de oude regels van het animisme, van voor de opkomst van het hindoeïsme. Een lokale gids leidt ons door het dorpje en legt ons van alles uit. Hij laat ons de plek zien waar de dorpelingen samenkomen voor feesten (zoals een trouwerij), maar ook voor begrafenissen. Hij vertelt ons dat de mensen trouwen met iemand uit het dorp. Ieder stel krijgt een stuk land. Als er kinderen komen, gaat het land over naar de kinderen, maar als er geen kinderen komen, gaat het land terug naar de gemeenschap. Hij speelt ook een stukje op de gamalan voor ons en laat ons de traditionele gewaden zien die hij weeft in de bijzondere dubbel Ikat techniek. Hij vraagt ons nog of we iets willen kopen, maar dat willen we niet. Overal waar je gaat of staat worden je dingen aangeboden (ofwel opgedrongen), dus ons standaard antwoord is tegenwoordig “no, thank you very much”. Pas later besef ik hoe zeldzaam en uniek de dubbel Ikat techniek is en dat kleden die met deze techniek gemaakt zijn alleen in Tenganan te koop zijn en nog op 2 andere plekken in de wereld gemaakt worden. Hebben we hier een unieke kans laten liggen? Verder laat onze gids ons de plek zien waar jaarlijks gevechten plaatsvinden tussen de jonge mannen, die elkaar tot bloedens toe slaan met pandanus palmbladeren waar gemene haakjes aan zitten. Dit wordt gezien als een offer. En ja, natuurlijk doet dat pijn, lacht onze gids. Ook zien we nog twee manden met geverfde hanen, voor de hanengevechten. Ai ... Na een klein uurtje zit onze rondtocht erop. Het was zeer boeiend en we waren erg onder de indruk. Maar we zijn ook blij weer in onze taxi te stappen, want zoals echte Hollanders dat doen, zijn we natuurlijk weer op het heetst van de dag op pad gegaan ...

We verwachten nu naar White Sandy Beach te gaan, maar onze chauffeur rijdt een flink stuk landinwaarts. Onderweg komen we nog 2 vulkanen tegen, waarvan ik vergeten ben hoe ze heetten. De man blijft maar rijden en rijden en op een gegeven moment informeert Peet toch maar of dit wel de goede weg richting White Sandy Beach is. “Nee, nee”, roept de man. “Daar zijn we nog lang niet, we gaan eerst naar het waterpaleis van de koning en dan naar ... en dan naar ... en dan pas naar White Sandy Beach. We schrikken een beetje. Dit is niet de afspraak en ik ben bang dat hij hier natuurlijk extra voor gaat rekenen. Maar Peet is vastbesloten, de afgesproken prijs is de afgesproken prijs en als hij ons daar extra dingen voor wil laten zien, dan moet hij dat zelf weten, maar we gaan er niet meer voor betalen. Plotseling staan we voor het waterpaleis. “Dit was de plek voor de koning om te relaxen”, legt onze chauffeur ons uit. “En later voor de kolonisten ... hahaha”. We besluiten het waterpaleis maar te gaan bezoeken nu we er toch zijn. Het blijkt Tirta Gangga te zijn en is werkelijk wonderschoon. Hoewel het zeer toeristisch is, gaat er van deze plek toch een bepaalde sereniteit en rust uit. We genieten enorm van het wandelen door de prachtig aangelegde tuinen en fotograferen er lustig op los. Dit waterpaleis ligt behoorlijk hoog in de bergen en er staat een lekker briesje, dus het is hier een stuk minder warm dan in Tenganan Village, wat zeer aangenaam is.

Uiteindelijk gaan we weer terug naar onze chauffeur. We hebben met elkaar afgesproken nu duidelijke afspraken met onze chauffeur te gaan maken. We willen naar White Sandy Beach en nergens anders heen. “Okay” zegt onze chauffeur en zet koers richting White Sandy Beach. Op een gegeven moment neem hij plotseling een afslag die steil om hoog gaat. “This is the new route”, roept onze chauffeur. Als ik het verkeersbord met daarop aangegeven “Virgin Beach” (zoals ze het hier noemen) niet met eigen ogen had gezien, had ik gedacht dat de chauffeur wĂ©Ă©r met ons aan de haal ging. Het weggetje bestaat uit slecht 1 smalle asfalt baan en gaat werkelijk loodrecht omhoog. Ik dacht dat we op Madeira al wat meegemaakt hadden, maar dit slaat werkelijk alles. Gelukkig is onze chauffeur goed met dit weggetje bekend en langzaam slingeren we naar boven. Bovenop de pas staat er ineens een klein hokje met 4 mannen die zich ontzettend zitten te vervelen. We moeten stoppen en tol betalen! Nou zeg, dit lijkt echt Rusland wel. Gelukkig zijn de prijzen goed te overzien: we moeten 20.000 IDR betalen, wat € 1,20 is, maar toch. Op het hoogste punt krijgen we even onze photo opportunity. Wat is het hier ongelofelijk mooi zeg, maar wat hoog ook nog! Dan gaan we even steil naar beneden als dat we naar boven gingen. Hemeltje lief, wat ben ik blij dat we een behendige chauffeur hebben. Uiteindelijk komen we in een piepkleine baai, waar inderdaad een klein stukje geel zandstrand is. Niet zo geel als bij ons, maar ook zeker niet vulkanisch zwart. Voor Bali is dit echt wel uniek. Wat zeker zo leuk is, is dat je hier allemaal leuke eettentjes aan het strand hebt. Job, Suzanne en Jimi zijn hier een paar jaar geleden geweest in de Sea Breeze en hebben daar toen heerlijk gegeten. DĂĄt is onze missie. Al snel hebben we het tentje gevonden. En, het klopt als een bus hoor. Ook wij hebben hier ongelofelijk lekkere satĂ© gegeten. Dank voor de tip Job, Suzanne en Jimi!

Het loopt tegen het einde van de middag en we willen naar huis. Onze taxichauffeur levert ons weer keurig netjes af bij ons Nirwana Resort. In de tijd dat hij ons terug brengt ontdekken we het excursie boek met prijslijst dat aan de achterkant van de bestuurdersstoel in een hoes gestoken zit. Dit is exact hetzelfde excursie boek als we bij ons resort gezien hebben, met exact dezelfde prijzen. We informeren ernaar bij de chauffeur. “Ja, dat klopt, zegt hij. “Het zijn standaard excursies met standaard prijzen”. Bij het hotel vraagt hij keurig exact de prijs die in de excursie map staat. Het blijkt dus bij nader inzien een zeer betrouwbare chauffeur geweest te zijn en kennelijk hoorden die extra uitstapjes gewoon bij deze trip. Hadden we die over het hoofd gezien? We weten het niet, maar geven onze chauffeur toch wat extra’s, omdat we uiteindelijk heel tevreden zijn over hem en spreken meteen af voor zaterdag. Dan willen we naar Ubud en gaan we een volledige dagexcursie doen, het uitstapje voor de gevorderde toerist.

‘s Avonds eten we weer in ons Nirwana resort restaurant, buiten op het terras, met uitzicht op zee. Zwaar relaxen is een kunst!

De eerste kennismaking met Bali

Als we op Bali uit het vliegtuig stappen stroomt de zwoele warme lucht ons tegemoet: we zijn in de Tropen! De aankomst hal op Ngurah Rai is gigantisch groot en leeg. Het tapijt is oud en een beetje muffig. Ik moet meteen aan Rusland denken. Daar heb je ook van die enorme gebouwen en hallen waar niets (meer) is en je het gevoel krijgt van vergane glorie. Helemaal aan het eind van de hal is de douane. We komen er soepeltjes doorheen. Dan door naar de pick-up hal. We zoeken naar een chauffeur met een bordje met mijn naam erop. Dat kan niet misgaan. Maar als we de pick-up hal binnenlopen zien we achter een dranghek honderden roepende chauffeurs met een bordje in de hand waar de naam van hun passagier op staat. De moed zinkt me even in de schoenen en tegelijkertijd krijg ik een lachstuip. Hoe vinden we in deze chaos in Godsnaam onze chauffeur? Vooraan beginnen maar. En dus lopen we van rechts naar links met onze koffers, speurend langs al die roepende chauffeurs, zoekend naar het bordje met mijn naam erop. En waarachtig, helemaal aan het eind van de rij, zie ik dan toch eindelijk mijn naam. “Ja, dat ben ik!”, roep ik enthousiast en ook onze chauffeur is helemaal blij. Hij heeft toch nog een uur staan wachten (wat volgens hem normaal is) en heeft ook honderden passagiers voorbij zien komen. Hij heeft een minibusje van ons resort met airco. En dat is een must hier, want door die zwoele warmte (het is hier constant zo’n 31-32 graden en buitengewoon vochtig) zweet je je een ongeluk. En wij waren natuurlijk nog Nieuw Zeelands gekleed.

Het is overigens ook absoluut aan te raden hier alles met chauffeur te doen (wat overigens ook heel gebruikelijk is hier). Want de wegen zijn overvol, vooral met snelle scootertjes. Verkeersregels zijn er in principe wel, maar gebruik is hier om even te toeteren dat je wilt inhalen en dan gewoon gas geven, anders kom je nergens. Peet kent dit en is hier op voorbereid, maar ik kijk mijn ogen uit in dit verkeersspectakel. Wat een gekkenhuis! De chauffeur geeft ons af en toe informatie: “Denpasar is erg druk”. Je meent het ... Maar ik kan je vertellen: het is overal op de grote wegen knetterdruk. Er zijn niet veel wegen op het dichtbegroeide Bali en over de paar asfaltwegen die er zijn gaat dus al het verkeer. Ik verbaas me vooral over de duizenden scootertjes die overal tussendoor schieten. Meestal dragen mensen wel een helm, maar zeker geen beschermende kleding. En kinderen dragen meestal geen helm.

Langs de weg vind je overal winkeltjes en standjes met van alles en nog wat (autobanden, supermarktjes, houtsnijwerk, een standje met eten en drinken enz.) Het houdt niet op en het lijkt daarom net of je nooit de stad uitkomt. Het is eigenlijk niet ver naar Candidasa (zo’n 130 km), maar het schiet gewoon niet op met al dat verkeer, daarom doe je er toch zo’n 1,5 uur over. Maar we zijn in goede handen. Onze chauffeur loodst ons behendig door alle verkeerschaos heen en houdt het tempo erin. Ondertussen wordt hij gebeld door het hotel. Ze informeren of hij ons al opgepikt heeft. Jazeker en we zijn er bijna. Het wordt hier vroeg donker in de Tropen, dus als er om 20.30 uur arriveren is het al stikdonker. De laatste afslag naar het resort is ook nog een verrassing. We rijden over een enorm hobbelige weg, dwars tussen de bananenbomen door naar de kust. Daar komen we aan in een waar paradijs. Het resort ziet er ‘s avonds enorm romantisch uit en bij de incheckbali (gewoon buiten onder een ruimte met alleen een dak) staat onze gastheer al op ons te wachten.

We zijn doodop en hongerig. Gelukkig is er een restaurant bij dit resort en kunnen we straks nog een hapje eten op het buitenterras met uitzicht op zee. Maar eerst de formaliteiten. We krijgen een welkomstdrankje en op een plankje twee witte rolletjes. Ik ben helemaal blij en vind dit zo attent, want ik heb zo’n dorst en trek. Peet en de gastheer zijn al bezig met de formaliteiten. Hongerig vraag ik of ik ook een stukje mag van het heerlijke witte rijstrolletje. Peet kijkt me een beetje vreemd aan en lijkt mijn vraag niet helemaal te snappen. “Deze is helemaal voor jou hoor”, zegt hij nog aarzelend. Resoluut pak ik het rolletje op en breng het naar mijn mond, tot ontzetting van de gastheer en van Peet. “Nee, nee roepen ze allebei tegelijk”, maar het is al te laat. Ik neem een flinke hap van ... het vochtig handdoekje ... “Ooohh”, roep ik geschrokken, dit kun je helemaal niet eten. “In NL noemen we dit een handdoekje”, zegt Peet droog, zich toch enigszins generend voor deze charmante actie van zijn vrouw. De jonge gastheer probeert zich in de plooi te houden, maar kan het niet laten om nog even te zeggen “in Indonesia we call it a towel too”. Daarna proesten we het alledrie uit van het lachen. De gastheer hervat zich en zegt nog beleefd “I understand, you are very tired and hungry”.

Ons eigen kleine Bali huis is alles was we ervan gehoopt hadden. Een knus klein hutje met airco!!! Een heerlijk kingsize bed met klamboe, waardoor het net een hemelbed lijkt en een heerlijk grote badkamer. Allemaal niet meer zo nieuw, maar dat geeft niet en is ook typisch Indonesisch volgens Peet. Bij het uitpakken van de koffers ontdekken we nog een kleine tegenslag. Kennelijk is Peet z’n koffer in Brisbane tijdens de storm van het karretje afgerold, want er de koffer is beschadigd en bijna al zijn kleren in de koffer zijn drijfnat geworden. Snel zetten we een droog actie op touw en in no time hangen overal in ons hutje natte spullen van Peet. We besloten ons er maar niet al te druk over te maken en zijn lekker gaan eten.

Die avond genieten we een heerlijke maaltijd op het terras van het restaurant met uitzicht op zee. Het was een zalige zwoele avond en van zee kwam een heerlijke bries. And last but not least: we hebben overheerlijk Indonesisch gegeten! Het laatste deel van onze reis kon niet mooier beginnen!